Dit verhaal is van de week van 12 februari tot en met 16
februari. Dus lezen maar want er volgt morgen nog meer…
De Niger is één van de grootste en oudste rivieren van
Afrika die zich al kronkelend een weg baant van noord tot zuid, en verder loopt
tot in Guinea.
Met deze rivier maak ik persoonlijk kennis vanuit een super
gezellig stadje; Segou. Segou ligt op 230km van Bamako maar het lijkt wel het
dubbele als je reist per bus. Tot de 19de eeuw was Segou de hoofdplaats van een vroeger zeer
belangrijk koninkrijk: Bambara. Hier zie je nog de specifieke Franse gebouwen.
Het is ook van hier uit dat onze excursie naar het eilandje Kalabougou begint.
Met een privé penasse, een soort kano met rieten dak en een
super lieve en charmante gids Moulaye beginnen we onze vier uur durende
boottocht. Moulaye is erg behulpzaam als Alicia een poging doet om in de boot
te stappen. Niet dat het haar niet zou lukken, maar door haar zeer pijnlijke
knie is ze minder flexibel. Een pijnlijke knie?.. Ze kon het natuurlijk niet
laten om op het verkeerde moment en op de verkeerde plaats Allah te willen
aanbidden.
Eenmaal uitgevaren, begint Moulaye met het ritueel van de
namiddag. Het zetten van thee. Iedere Malinees drinkt in de namiddag thee. Het
is een sociaal gebeuren en leuk om te zien. De thee (Chinese zwarte thee) wordt
gemengd met water in een klein keteltje. Dit wordt verwarmd tot kooktemperatuur
op een geïmproviseerde barbecue. Wat ooit een blik bonen was heeft nu een
hengel en een rooster waarop de glooiende kolen het keteltje verwarmen.
Ondertussen genieten wij, languit gestrekt,
van het adembenemend zicht. Ik kan het niet laten foto’s te maken en
voel me net een chinees, maar deze beelden wil ik later met jullie delen.
Later, omdat we ze momenteel niet opgeladen krijgen, een kwestie van een
overbeladen Internet.
De thee is klaar, het glaasje, halfvol met een mooie
schuimkraag wordt doorgegeven. Ik mag als eerste proeven, wat leeftijd toch
niet kan doen… Ja, leeftijd… Men houdt hier erg rekening met ouderen, zo wordt
ook elke keer mijn handbagage gedragen en wordt ik als eerste bediend. Dat zijn
waarden die wij allang vergeten zijn… of ben ik verkeerd?.. Volgens Malinese
gebruiken moet het eerste glas thee smaken zo bitter als de dood of zo sterk
als een man, het tweede glas zo zacht als het leven en het derde glas zo zoet
als de liefde… Het smaakt inderdaad bitter maar met de dood kan ik het
momenteel niet vergelijken. Ik voel me springlevend, voel de bruisende energie
van de Niger die ons stilletjes verder duwt, weliswaar met behulp van een
kleine motor. Een uur en half later meren we aan op het eilandje Kalabougou.
Op Kalabougou worden aarde potten gebakken, en niet zomaar
in een oven, maar op een zeer uitzonderlijke manier. Doorheen de week maken de
vrouwen de potten, elke familie heeft zijn eigen vorm. Sommige potten dienen
als waterreservoir, andere als bord en natuurlijk niet te vergeten asbakken.
Ook het maken van deze potten doen ze op een speciale manier. Bij ons en elders
op de wereld zit een pottenbakker voor zijn werk en draait men het werk rond zonder
dat de persoon zich hoeft te verplaatsen. Hier op Kalabougou zijn het de
vrouwen die draaien rond de pot, niet figuurlijk maar wel letterlijk. Een
goedkope manier van dronken worden?.. Tijdens het weekend begint men met het
bakken van de potten en dergelijke. Op een grote plaats, net voor de ingang van
het dorp wordt het aardewerk netjes gestapeld en bedekt met hooi en droge
takken. Het is hard werken, hulp aan de vrouwen kent men niet. Er wordt
getrokken en gesleurd aan de vooraf gemaakte stapels takken die, door diezelfde
vrouwen vroeger in de dag werden bijeen geraapt en naar de brandplaats werden
gebracht, zonder kar noch kruiwagen, gewoon op het hoofd, een baby op de rug,
een ander aan de rokken en een derde opkomst.
Als alle potten zijn bedekt wordt het vuur aangestoken, dit
is dan het pottenbakken. Later, na afkoeling worden ze met een soort was
ingesmeerd, dit doet ze blinken. En nog later worden ze verkocht op een
overdekte plaats in Segou, helemaal aan de andere kant van de Fleuve, zoals
hier de Niger wordt genoemd.
We keren terug en drinken het tweede glaasje thee, zacht als
het leven, zacht als de billetjes van een pasgeboren baby… Stil en zonder
woorden kijken we naar de zonsondergang, elk verdiept in eigen gedachten, elk
met gevoelens waarover we liever zwijgen.
Na een weldoende douche is het tijd voor een apéro bij onze
Belgische gastvrouw Catherine. Sinds 2006 liet ze Leuven achter om hier een
gezin te stichten en samen met vriend Chape een super gezellig cafétje uit te
baden. Hier komt de hele wereld bijeen. Hier ontmoet je interessante mensen en
heb je een gezellige babbel, natuurlijk met een Castel, het plaatselijk bier dat
super lekker is. Het gezellig babbelen loopt soms uit tot in de vroege uurtjes
en het is me al enkele keren gebeurt dat ik de zaak heb helpen sluiten… de rest
hoef ik jullie er niet bij te vertellen!!!
Maar even terug naar de werkvloer. Maandag en dinsdag heb ik
wondzorg gedaan. Het is onbegrijpelijk hoe de mensen hier tegen pijn kunnen.
Het is eveneens opmerkelijk hoe je bepaalde wonden, die ik nu al een tijdje volg,
ziet verbeteren en dit enkel door te reinigen met Daikin en wondzalf, zonder
steriliteit, zonder speciale verbanden, zonder referentie-verpleegkundigen. Een
“grand malade” zoals men hier de Aidspatiënten noemt, lag dinsdagmorgen in de
wachtzaal op een bank. Een vrouw van een 50-tal jaar. Sinds een jaar werd ze
behandeld door zuster Suzy. Echter veel te laat.
Aan de ene kant ondersteund door haar zoon, aan de andere
kant door Suzy, werd ze naar een aparte kamer gebracht. Daar kreeg ze de nodige
zorgen. Een bloeddruk van 6/4 cm Hg, een niet te voelen pols. Ze was zeer
kortademig en had een ongelofelijke pijn aan haar rechter flank en het sternum.
De pijn straalde uit naar haar nieren. Ze kreunde. Toen ik haar vroeg: “Dimi,
dimi”, wat pijn betekend knikte ze. Ik las de wanhoop in haar ogen. Wist deze
vrouw dat ze later, na middernacht sterven zou? Gedurende de hele dag ben ik
meerdere malen bij haar geweest, heb haar helpen drinken, heb haar de bedpan
aangereikt. 22u, een beetje radeloos, want tot op dit moment had niets
geholpen, geven we haar een Tradonal en kleven we een Durogesic-pleister. Een
specifieke geur, een bekende geur vertelt me dat deze vrouw morgen niet haalt. Dit
wordt mij bevestigd bij het ontbijt. Nu kan ze rusten.
Kan ik ook rusten?..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten